nephaar

Provincialen naar de stad

“‘Op die wc ga ik echt niet”, roept mijn dochter terwijl ze met volle blaas weer achter de deur vandaan komt. “dan weet je zeker dat je Aids of SOA’s oploopt”‘. Welkom in Amsterdam.

De wc bij de parkeergarage wordt klaarblijkelijk niet echt onderhouden. Wel vreemd als je ziet hoe populair deze locatie is. Geen wonder als je voor slechts 1 euro 24 uur mag parkeren. Voorwaarde is wel dat je vervolgens met het gemeentelijk vervoerbedrijf of te wel: de tram naar het centrum reist. Daar maak ik me nu al 5 dagen druk over. Het betekent immers dat we vanavond, na ons musicalbezoek  in het donker moeten opstappen op het Leidseplein. En dat is nog niet alles: we zullen daarna de tram weer uit moeten voor een overstap op het museumplein, met als absoluut horrorscenario de overtocht over het immense en op dat moment ongetwijfeld volkomen verlaten Olympiaplein willen we veilig met onze eigen auto weer huiswaarts kunnen gaan.  Als echte Hollandse wint mijn  zuinigheid het uiteindelijk van mijn rampspoedscenariogedachten.

Bij de tramhalte adviseert een vriendelijke mevrouw ongevraagd om de bus te nemen: er is verderop een ongeluk gebeurd en de trams kunnen er niet langs. De buschauffeur zegt dat we 2 haltes verderop wel op een tram kunnen stappen. Een behulpzame allochtone jongeman op onze wachtplaats meldt echter dat dat niet klopt. Dus stappen we in een volgende bus. Klaarblijkelijk kijk ik nogal benauwd als ik vraag waar we eruit moeten voor de Albert Cuyp. De chauffeur  zegt vaderlijk: ga maar op de voorste stoelen zitten, dan wijs ik wel even hoe jullie na het uitstappen moeten lopen. Werkelijk:  in ons dorp ben ik nog nooit zoveel spontaan behulpzame mensen tegen gekomen.

Sfeer snuiven

We gaan eerst even lekker naar de markt. De Albert Cuyp drupt nog na van de regen. Voetje voor voetje schuifelt een bonte mengeling van kooplustigen langs de kramen. Verkopers stellen met een kennersblik vast in welke taal ze de bezoekers moeten aanspreken. Terwijl we ons met de stroom laten meevoeren worden mijn zintuigen op allerlei geuren en kleuren getrakteerd.

Mijn dochter heeft maar één doel: nephaar kopen. Achter een kraam vol krullen en paardenstaarten in alle kleuren van de regenboog ligt een prachtige winkel vol attributen om je ego te versterken. Gelukkig voor haar zijn ook alle bruintinten ruim vertegenwoordigd.  Feilloos plaatst de verkoper ons in de categorie dummies en probeert hij haar exemplaren met het ene na het andere mankement aan te smeren. Enkele maanden geleden durfde ze de verkoper nog nauwelijks aan te spreken. Nu onderhandelt ze als een stadse vrouw over de kwaliteit van het haarstuk. “‘ Ja zo mooi als je eigen haar krijg je het nooit”‘ zegt hij na 3 loze pogingen. Ze snoert hem vakkundig de mond met de opmerking : “dit is ook een nepper”‘. Een paar minuten later verlaat ze trots het pand met een ongeschonden exemplaar uit het magazijn.

De plakkerige geur van stroopwafels laat het water in de mond lopen. Mijn maag protesteert helaas verontwaardigd als ik het reuzenformaat in me opneem. De stroopwafelman is niet voor een gat te vangen: hij verleidt me met een extra laagje chocola en hij snijdt de wafel middendoor.  Onze kleverige vingers aflikkend gaan we richting tram.

Smaken verschillen

Bij de Munt worden we omringd door een mensenmassa in een decor van de oude scheve, onregelmatig gevormde grachtenpanden. Volmaakt gelukkig verzucht ik tegen mijn dochter: “‘ ik hou van Amsterdam.”‘ “Nou ik niet”‘ antwoordt zij onmiddellijk,”ik vind het hier vies, en vol en stinken en die gebouwen zijn maar een rommeltje”. Ik zucht: “waar kunnen wij dan wel samen van genieten ? “‘ een dagje dierentuin of dolfinarium”‘ antwoordt mijn dochter die zich erop voor laat staan dat ze inmiddels 19 is en alles zelf kan beslissen.

Ik besluit om dan zelf maar te genieten van de kleuren van de bloemenmarkt, de rare kapsels van voorbijgangers en de kakofonie van vreemde talen. We belanden in een Italiaans restaurant. Als mijn dochter maar carpaccio kan eten is ze gelukkig. En ik ben tevreden met de prijzen van de overige gerechten. Een musical bezoeken is al duur  genoeg ! We zijn een uur te vroeg in het De la Mar theater voor de musical “‘Zij gelooft in mij”‘. Een keus van mijn dochter. Haar huidige vriend ( “‘ met hem wil ik kindjes krijgen” roept ze voor de derde keer op rij”)’ is liefhebber van 100% NL en heeft haar naar Nederlandstalige muziek leren luisteren. Mijn dochter en ik (kijk dat hebben we dan toch maar wel gemeen) zijn dol op musicalmuziek. En zo genieten we van een avondje entertainment volgens een klassiek musicalrecept: lekkere theatrale, meerstemmige nummers vol enorme uithalen, een niet te ingewikkeld verhaal en af en toe wat humor voor de broodnodige variatie. We vinden het een integere weergave van het leven van een volksheld en zijn managersvrouw.

Eind goed al goed

Tevreden en ontspannen staan we tegen 23.00 uur te dringen tussen andere toeristen bij de tramhalte op het Leidseplein. In de tram zorgen 2 spontane studenten dat we de overstap op het museumplein niet missen. Met zeker 10 andere avonturiers steken we het donkere Olympiaplein over en voldaan en tevreden stappen we in onze blinkende nieuwe auto om weer veilig huiswaarts te keren.

 

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.